25 jaar “nieuwe” fiscale procedure – lessen en suggesties voor verbetering

In 1999 werd er een ingrijpende fiscale hervorming in het leven geroepen, de “nieuwe fiscale procedure”. Toen werd de procedure rond fiscale geschillenbeslechting structureel hertekend.

Vijfentwintig jaar geleden bleek immers dat de administratieve bezwaarprocedure, die een gerechtelijke procedure was, niet meer goed functioneerde omdat er onder andere zware achterstanden waren. De ‘gewestelijk directeur’, die toen nog zo werd genoemd, moest zich immers uitspreken over het bezwaar dat werd ingediend door een belastingplichtige, waardoor hij een ‘dubbele pet’ droeg en in een tegenstrijdige positie terechtkwam.

In deze nota wordt beschreven wat de noden vandaag zijn, en hoe die passen bij de hervorming die 25 jaar geleden werd doorgevoerd.

Een eerste vaststelling is er dat er een grote kloof is ontstaan tussen de burger, de belastinplichtige en de belastingadministratie

Verder heeft er de afgelopen 25 jaar een paradoxale beweging plaatsgevonden. “Enerzijds hebben we bijkomende administratieve verplichtingen opgelegd aan de belastingadministratie, net om ervoor te zorgen dat er meer dialoog en luisterbereidheid komt ten aanzien van de belastingplichtige. Er werd meer formalisme ingevoerd om de dialoog mogelijk te maken. Anderzijds hebben we gezien dat niet alle formaliteiten even nauw moeten worden nageleefd door de belastingadministratie, en dat ze daar ook niet voor hoeft gesanctioneerd te worden.”

Ten derde: in 1999 werd ook beslist dat de belastingadministratie die de controle komt doen, ook de uitleg voor de rechtbank moet komen doen. Ze zou dus twee keer nadenken alvorens buitensporige taxaties op te leggen.

Naast het beschrijven van deze knelpunten van de huidige fiscale geschillenbeslechting, worden er ook suggesties geformuleerd op gebied van wetswijzigingen.

Het begrip 'taxificatie' waarbij dat er meer begrip moet komen van de fiscus voor de belastingplichtige is dan ook essentieel.

Deze nota had enkel tot oogmerk om de voornaamste knelpunten van de huidige fiscale geschillenbeslechting bloot te leggen. De suggesties die worden geformuleerd op vlak van beleid en wetswijzigingen, betreffen louter een eerste aanzet voor hoe een gemoderniseerde en samenwerkingsgerichte fiscale geschillenregeling er kan uitzien. Desalniettemin is het gebrek aan een billijke en efficiënte fiscale geschillenregeling zorgwekkend. Het lijkt dan ook aangewezen dat alle actoren genoemd in deze nota, aangevuld met de Hoge Raad van Financiën en de Hoge Raad van Justitie, met elkaar in overleg treden en samen onderzoeken hoe de fiscale geschillenregeling opnieuw kan worden hervormd. Enkel op die wijze zal het mogelijk zijn om de fiscale procedure opnieuw “rechtsstaatwaardig” te make