Daar komt de superdatabank

Jan Tuerlinckx

PRECIES DRIE JAAR GELEDEN voorspelde ik hier in een column dat het vermogenskadaster eraan kwam. Midden 2015 trad het Centraal Aanspreekpunt (CAP) in werking. De oefening om vermogens van particulieren in kaart te brengen, was in 2011 aangevat. Het CAP, dat in de schoot van de Nationale Bank van België werd opgezet, was daar de consecratie van. Het aanspreekpunt is een databank met alle bankrekeningen, kredietovereenkomsten en contracten voor vermogensbeheer en beleggingsadvies. Belgische financiële instellingen verstrekken de informatie aan de Nationale Bank. Belgen die in het buitenland rekeningen hebben, moeten melden welke rekeningen ze waar aanhouden.

De toegang tot de databank was oorspronkelijk beperkt. Ze mocht enkel worden gebruikt om fraude gemakkelijker op te sporen. Ik voorspelde dat die toegang snel veel breder kon worden gemaakt. Eigenlijk was daarvoor maar één vingerknip van de wetgever nodig.

DIE VOORSPELLING KWAM al in 2016 deels uit. Sinds dat jaar is de informatie van het CAP beschikbaar voor alle diensten die belast zijn met fiscale en niet-fiscale vorderingen. Ook de controlediensten van de btw, de douane en de accijnzen kregen er toegang toe. En hoewel dat initieel niet gepland was, mochten ook de diensten van het parket, de onderzoeksrechters, de rechtbanken in strafzaken en de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI, beter bekend als de witwascel) de databank raadplegen.

Ondanks de uitbreiding in 2016 bleef de werking van het CAP in de praktijk veeleer beperkt. Maar de beleidsmakers vinden nu, deels onder druk van Europa, dat ze die werking dringend moeten dynamiseren en dat de informatie die de databank vergaart vollediger en praktischer moet zijn.

Wie gelooft dat het Centraal Aanspreekpunt alleen bij een vermoeden van fraude kan worden geraadpleegd, is een dagdromer.

HET WETSONTWERP VAN 1 JUNI 2018 legt de contouren van een financiële superdatabank vast. In de toekomst maakt het CAP niet langer deel uit van de Nationale Bank. Die hervorming is noodzakelijk om de informatie breder en sneller toegankelijk te maken. Dat wordt opgelegd door de vijfde Europese witwasrichtlijn, die de lidstaten van de Europese Unie ertoe verplicht een snelle, efficiënte en automatische gegevensontsluiting te ontwikkelen, om terrorisme en witwaspraktijken te bestrijden.

De informatie die in de superdatabank wordt opgeslagen, moet ook kwalitatief dieper graven. De definitie van ‘financiële instelling’, die onderworpen is aan de mededelingsplicht, wordt uitgebreid. Alle instellingen die relevante informatie aanhouden over de vermogenstoestand van personen, moeten eraan meewerken. De instellingen moeten ook meer informatie verstrekken. In de toekomst komt er ook een meldingsplicht voor gehuurde bankkluizen en financiële verrichtingen waar significante bedragen in cash worden opgenomen. Vandaag zijn enkel de titularissen van rekeningen opgenomen in het CAP, binnenkort zijn ook volmachtdragers onderworpen aan die verplichting. Dat wordt noodzakelijk geacht om de financiële, strafrechtelijke en fiscale rechtshandhaving te verzekeren.

NIET ALLEEN ZAL de opgeslagen informatie vollediger zijn, ze wordt ook voor meer personen toegankelijk. Hebt u schulden en wil een gerechtsdeurwaarder een bewarend beslag leggen, dan kan die in de toekomst in burgerlijke en handelszaken een beroep doen op de informatie van de superdatabank om de schulden eenvoudiger te innen. Ook notarissen krijgen een ruimere bevoegdheid voor de aangifte van nalatenschappen.

Drie jaar geleden sloot ik mijn column af met de stelling dat wie gelooft dat de databank op termijn alleen bij een vermoeden van fraude kan worden geraadpleegd, een dagdromer is. Die voorspelling is uitgekomen. Maar daarvoor hoefde je geen Nostradamus te zijn.

Published under