Het is niet al zwart dat offshore gaat

Hans Brockmans en Jozef Vangelder

De Paradise Papers hebben de politieke gemoederen danig verhit. De roep om maatregelen klinkt luid. Fiscaal experts nuanceren. “Het is niet onwettig een bankrekening op Bermuda te hebben.”

 

De Paradise Papers zijn een schat van 13,4 miljoen documenten waaruit zou blijken hoe “de rijken nog rijker worden door offshore-transacties”. Fiscaal experts concluderen evenwel dat de structuren die tot nu toe onthuld zijn in de nieuwe vondst, niet te vergelijken zijn met wat vorig jaar uit de Panama Papers naar voren kwam. Pascal Saint-Amans, de Parijse directeur van de OESO, zegt dat de structuren in kwestie grotendeels, zo niet allemaal, wettelijk zijn: “Sommige zijn niet eens twijfelachtig vanuit een wettelijk standpunt.”

Volgens The New York Times, die deel uitmaakt van het consortium van onderzoeksjournalisten die de Panama Papers en de Paradise Papers onderzochten, onthullen sommige van de nieuwe documenten hoe multinationals hun belastingen ontwijken en hoe de superrijken hun fortuin verbergen. Dat zal het debat over de internationale financiëledienstverlening weer laten opflakkeren. Volgens sommigen zijn offshore-instellingen zonder meer schadelijk. Vorig jaar ondertekenden ruim 300 economen, onder wie de Nobelprijswinnaar Angus Deaton, een brief aan de wereldleiders waarin stond: “Het bestaan van belastingparadijzen draagt niet bij tot de algemene rijkdom of het algemene welzijn; ze hebben geen enkel zinvol economisch nut.”

Een essentieel radertje

Maar er zijn ook hevige voorstanders, die het offshore-geldwezen omschrijven als een essentieel radertje in een wereld waarin handel en beleggingen almaar vaker de grens oversteken. Een van de argumenten luidt dat personen uit verschillende rechtsgebieden dankzij de “fiscale neutraliteit” van belastingparadijzen gezamenlijke beleggingen kunnen doen zonder twee keer belast te worden. “Offshore-instellingen maken de handel over de grenzen heen makkelijker doordat ze personen en organisaties helpen bij het afsluiten van deals in andere landen”, verklaart Mark Pragnell, projectleider bij het consultancybureau Capital Economics.

“Het is niet onwettig een bankrekening op Bermuda te hebben. Het is enkel een probleem als je die niet vermeldt op je belastingaangifte”, benadrukt Martin Sullivan, hoofdeconoom bij de non-profituitgeverij Tax Analysts. Offshore-instellingen hebben hun reputatie van clandestiniteit al deels afgeschud in de nasleep van een internationale oproep tot meer doorzichtigheid, die zal uitmonden in de automatische uitwisseling van belastinggegevens door meer dan honderd landen, een procedure die opgestart werd in september. De VS werken niet mee aan dat nieuwe systeem, maar hebben met de Foreign Account Tax Compliance Act wel eigen regels voor de automatische uitwisseling van informatie.

De OESO meldde in juni dat het voorbije jaar een “enorme vooruitgang” geboekt is en dat geen belangrijke offshore-instellingen voorkomen in de zwarte lijst met “onwillige belastingparadijzen” die ze voorbereid heeft voor de G20. Vorige week benadrukte Angel Gurría, secretaris-generaal van de OESO, dat de problemen die naar voren komen in de uitgelekte documenten omschreven kunnen worden als “een nalatenschap” en dat zondaars zich nu “echt letterlijk nergens meer kunnen verstoppen”.

Zwarte lijst

Maar sommige regeringen willen verder gaan. De Europese regeringen zijn verdeeld over de plannen om een zwarte lijst met belastingparadijzen op te stellen. Vooral Londen verzet zich uit vrees dat de druk om trusts openbaar te maken voor een uitgebreider en publiek onderzoek opgevoerd wordt. Groot-Brittannië vindt dat in strijd met het recht op privacy. Trusts worden vaak gebruikt om minderjarigen te beschermen of het recht op vertrouwelijkheid bij bekende personen te verzekeren.

Op 5 december zitten de Europese ministers van Financiën samen voor een nieuwe poging om een EU-lijst van belastingparadijzen vast te leggen. De eerste poging dateert van 2015, toen dertig landen en overzeese territoria op een zwarte lijst terechtkwamen. Daar kwam veel kritiek op. Bovendien stond een aantal lidstaten niet te popelen om bevriende overzeese territoria voor het hoofd te stoten. Het gevolg was dat de lidstaten eigen zwarte lijsten bleven gebruiken, die erg van elkaar verschillen. Sommige lidstaten brandmerken tientallen landen als belastingparadijs, andere lidstaten geen enkele.

Volgens een EU-woordvoerder wordt het niet makkelijk tot een beslissing te komen. “Alle lidstaten moeten het eens geraken. De ministers hebben zichzelf tot eind december gegeven. De onthullingen rond de Paradise Papers geven hun alle redenen om zo vlug mogelijk te handelen.”

De lijst zou ieder jaar aangepast worden. Volgens Financial Times heeft de EU 53 landen en overzeese territoria in het vizier, waaronder ook overzeese gebieden van lidstaten, zoals Bermuda en de Kaaimaneilanden, die tot het Verenigd Koninkrijk behoren.

Experts hebben hun twijfels. “Het is niet zozeer de vraag welke landen op de lijst staan, dan wel wat met die lijst gebeurt”, stelt Dave van Moppes, vennoot bij Tuerlinckx Advocaten. “Als het bij name and shame blijft, wordt zo’n lijst straal genegeerd. Maar verder gaan wordt moeilijk, want de EU heeft amper bevoegdheden om op te treden tegen belastontwijking. Lidstaten kunnen dat wel, maar die hanteren al hun eigen lijstjes. Zo heeft België die voor de kaaimantaks of voor de dividendaftrek. Op den duur moet je een encyclopedie aanleggen met landen die in een of ander verdacht lijstje voorkomen.”

De econoom Michel Maus (VUB, Bloom Law) is evenmin enthousiast. “Voor ons fiscaal systeem is Hongkong verdacht voor de kaaimantaks en niet voor de dividendaftrek. En nu komt er boven op die schizofrenie weer een nieuwe lijst, op basis van politiek gemarchandeer. Wat haalt het uit?”

Paradijs versus oase

Van Moppes vindt het opmerkelijk dat EU-lidstaten niet op die lijst terechtkomen. “België heeft zijn notionele-intrestaftrek en Nederland zijn auteursrechtvehikels. Luxemburg, Malta en Cyprus hebben andere fiscale achterpoortjes op maat van bedrijven. Waarom krijgen andere landen die een specifiek fiscaal statuut creëren dan de kwalificatie zwart?”

Ook Maus hekelt dat in de Europese Unie de mogelijkheid openblijft om maatregelen toe te laten op maat van sectoren, de “fiscale oases”, zoals hij ze noemt. “Belastingparadijzen worden aangeklaagd, maar de fiscale oases blijven buiten schot.”

Published under