Fiscaal poortje dicht onder mom van terreurbestrijding

Hans Brockmans

Belgische bedrijven moeten vanaf volgende maand de identiteit van eventuele anonieme eigenaars bekendmaken. Dat is een gevolg van een Europese richtlijn, die de witwasnetwerken achter terreur en criminaliteit moet blootleggen. Maar ook de Belgische fiscus kijkt met een begerig oog naar zo’n register.

Sinds midden deze maand heeft ons land een nieuwe antiwitwaswet, de omzetting van een Europese richtlijn. Ze stelt dat ondernemingen een maand nadat de wet van kracht is geworden – vanaf 16 november dus – moeten melden wie de ultieme rechthebber is (ultimate beneficial owner, UBO). Dat moet gebeuren in een register bij de Administratie van de Thesaurie, die wordt beheerd door de federale overheidsdienst Financiën. Eén probleem is alvast dat zo’n register nog altijd niet gecreëerd is.

Maar er is meer. “De Europese Unie wil de opbrengsten van misdaadorganisaties en de financiering van de terreur opsporen”, zegt Dave van Moppes, vennoot bij Tuerlinckx Fiscale Advocaten. “Bij de voorbereiding van de wet leek dat ook de bedoeling van de Belgische wetgever. Intussen blijkt dat de regering de richtlijn bijzonder ruim interpreteert, en ze ook kan gebruiken om fiscale fraude aan te pakken.”

“Puur op basis van een bericht in de pers of sociale media en zonder zich te kunnen verdedigen wordt iemand een bancaire paria”
Charlotte Lardenoit, Tuerlinckx Tax Lawyers

 

Alles zichtbaar

Op die manier wordt de wet een bijkomend wapen in het stilaan indrukwekkende arsenaal van de fiscus. Want het nieuwe register staat niet enkel open voor privé-instellingen die informatie moeten raadplegen volgens de witwaswetgeving: financiële bedrijven, accountants, notarissen en vastgoedmakelaars. Ook het gerecht kan er een blik op werpen. En sinds kort is duidelijk dat ook de fiscus inzage krijgt.

Omdat het een Europese richtlijn is, zullen alle Europese lidstaten zo’n register openen en de informatie ter beschikking houden voor vragen van de fiscale administratie van andere lidstaten. Filip Smet, fiscaal advocaat bij het advocatenkantoor Laga: “Nu ook de fiscale administratie het register kan raadplegen, kan niemand in de Europese Unie zich nog achter een vennootschap verschuilen voor de fiscus.”

De Belgische fiscus beschikt bovendien sinds kort over de gegevens van buitenlandse bankrekeningen van Belgen. De combinatie van het UBO-register en het door de OESO en de Europese Unie opgezette financiële uitwisselingssysteem (Common Reporting Standard) geeft de fiscus een verregaand zicht op de vermogenssituatie van Belgen die over de landsgrenzen heen actief zijn. Smet: “Met een druk op de knop kan elke fiscale ambtenaar van elke belastingplichtige in zijn land informatie uit alle lidstaten opvragen.”

“Zover zal het niet onmiddellijk komen”, denkt Van Moppes. “De informatie kan pas geleidelijk in kaart worden gebracht. Maar het wordt op termijn inderdaad erg moeilijk om in de lidstaten van de OESO nog geld te verstoppen voor de fiscus.” De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) telt 35 lidstaten, het merendeel welvarende landen.

Vermogensscreening

Smet verwacht dat de fiscus extra informatici zal inzetten om op met de nieuwe financiële informatie ondernemingen te screenen waarin vermogende Belgische families hun kapitaal onderbrengen. “De focus zal minder liggen op de inkomsten, maar wel op het vermogen, meer bepaald de oorsprong ervan”, voorspelt hij.

Van Moppes: “Wie geen uitleg kan verschaffen over de herkomst van het vermogen kan een belastingclaim verwachten, inclusief boetes tot drie keer de ontdoken belasting. En dat enkel voor het burgerlijke deel, want in principe kan er ook een correctioneel dossier van komen. Goederen die met de ontdoken sommen werden aangekocht, kunnen in principe ook verbeurd worden verklaard. Ik kreeg al heel wat telefoontjes van zenuwachtige cliënten.”

De nieuwe witwaswet hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van heel wat Belgen. Er heerst onzekerheid omdat de Administratie van de Thesaurie nog geen register heeft opgericht. Normaal moest dat al gebeurd zijn in juni. Van Moppes: “De administratie lijkt te gaan voor een register à la Belge, door rond te kijken hoe de buurlanden het aanpakken en het beste te kopiëren.”

Dat er nog geen register is, betekent niet de Belgische bedrijven nog even de dans ontspringen. “Ook als er geen koninklijk besluit over het register is, moeten bedrijven in principe vanaf 16 november de informatie bekendmaken aan de Thesaurie”, waarschuwt Van Moppes. “Anders riskeren ze een boete van 50 tot 5000 euro. Al kan ik me moeilijk inbeelden dat een overheid die zelf niet in orde is, dat soort maatregelen zal nemen. Maar uitstel is geen afstel. Belastingplichtigen kunnen zich beter voorbereiden, nu zeker is dat de ware begunstigde van ondernemingen bekend wordt.”

Regulariseer nu

Hoe kunnen belastingplichtigen fortuinen regulariseren die ze bewust voor de fiscus verborgen hebben gehouden? Smet raadt een fiscale regularisatie aan. “De timing is cruciaal, want zodra een fiscaal onderzoek is aangevat, is een spontane regularisatie zinloos.” Het verjaarde kapitaal kan tot nu toe tegen 37 procent van de ontdoken som worden geregulariseerd. Dat wordt vanaf 1 januari 38 procent. De boete gaat dan ook van 22 naar 24 procent. ”Hoe langer men wacht, hoe duurder de regularisatie”, waarschuwt Smet. “Snel zijn is de boodschap.”

Published under