De gruwel van het naakte cijfer

Jan Tuerlinckx

In een nationale wervende campagne om nieuwe medewerkers voor e-audit aan te trekken liet de federale overheidsdienst Financiën het volgende optekenen: “Fiscale fraude is wellicht het misdrijf waarbij de meest creatieve systemen bedacht en gebruikt worden. E-auditors hebben een neus voor geheimen en leggen tussen de bits en bytes deze fraude bloot. Ze stellen zich professioneel, creatief en flexibel op, zonder daarbij hun privéleven te verwaarlozen.” Maak dus kennis met de special forces van Financiën, of de digitale fiscale controle.


De digitalisering van de fiscaliteit en de digitale verwerking ervan is een feit. Dat we slechts aan het begin van die evolutie staan, is openstaande deuren intrappen. De coronatijden waarin we leven, is daarenboven ook nog eens een belangrijke katalysator. Wie de gedachte koestert aan de fiscale controle zoals die pakweg een tiental jaar geleden nog bestond, is een dagdromer.

De e-audit krijgt sinds de interne herschikking van de fiscale opsporingsdiensten in 2015 bijzondere aandacht. Pakweg de laatste twee jaar wordt de methodiek ruimer toegepast. Het mag dus de innovatie van Financiën worden genoemd. Maar helaas bestaat er geen innovatie zonder kinderziekten.

Een van de manco’s is dat het niet wettelijk geregeld is. In de praktijk zal de belastingadministratie zich wenden tot uw boekhouder of accountant om ter voorbereiding van de fiscale controle een back- up van de elektronisch gevoerde boekhouding op te vragen. Eigenlijk zonder wettelijke basis. De belastingplichtige kan, maar hoeft niet mee te werken. Dat geeft hem vaak een onbehagelijk gevoel. De praktijk wijst ook uit dat de boekhouder of accountant vaak wordt benaderd door de fiscus zonder dat de belastingplichtige weet dat hij het voorwerp van een fiscale controle uitmaakt.

Een groter manco is de benadering van de e-audit. “E-auditors hebben een neus voor geheimen en leggen tussen de bits en bytes deze fraude bloot”, om het met de woorden van Financiën te zeggen. Voor wie enkel en alleen vanachter een scherm gedreven door bits en bytes een controle verricht, is het gevaar op een tunnelvisie reëel. Dat komt neer op het bekijken en interpreteren van alle aanwijzingen vanuit één als juist aangenomen hypothese, waardoor andere verklaringen over het hoofd worden gezien. Praktisch toegepast: er wordt fraude gezien waar er eenvoudigweg geen is. Hoe zou dat kunnen? Van achter de geavanceerde computerschermen heeft de e-audit geen voeling met de realiteit en de praktijk. Vaak wordt uitgegaan van een utopische en onfeilbare realiteit, maar niemand is perfect. Dat geldt ook voor programmeurs die de software voor ondernemingen schrijven. Het gebeurt wel eens dat de interface er heel mooi uitziet, maar dat niet zo is met de eigenlijke programmatuur. Of nog, dat er geen rekening wordt gehouden met menselijke fouten in een ondernemingsproces. De weg van de minste weerstand is een universele wet. Ondernemingsprocessen worden dus niet altijd piekfijn uitgevoerd. In zulke gevallen kunnen de bits en bytes iets anders vertellen dan de realiteit.

Van achter de geavanceerde computer- schermen heeft de e-audit geen voeling met de realiteit.

De resultaten van een e-audit zijn in bepaalde gevallen zo wereldvreemd dat bepaalde bevindingen zelfs binnen de belastingadministratie ter discussie staan. Met name in die gevallen waarbij de controleur te velde het niet eens is met de abstracte onderzoeksresultaten, en beide derhalve met elkaar op gespannen voet staan.

Als het uitgangspunt is dat de e-audit is here to stay, dan is de consequentie dat er dringend een aangepast kader dient te worden geschapen voor die bijzondere controlemethodiek. Het dringt zich op dat adequate checks-and-balances worden ingevoerd. Waarom? Omdat het gezegde ons vertelt dat met statistiek alles bewezen kan worden.

 

Published under